Geloofwaardig onderwijs

 ‘Geloofwaardig onderwijs dat zowel overtuigend en aantrekkelijk is voor christenen als niet-christenen’.

Dat zei collega Simon Polinder – bijna – in de lectorale rede die hij uitsprak bij zijn bevestiging als Lector Christelijke Professie aan de CHE. Bijna, want hij had het over de zorg en niet over het onderwijs. Maar wát hij zei, zou mutatis mutandis even goed voor het christelijk onderwijs kunnen gelden.

Eén van de opmerkelijke aspecten van het christelijk onderwijs in Nederland is het feit dat het aantal christelijke scholen veel groter is, dan je op grond van de afnemende kerkelijke betrokkenheid van Nederlandse ouders zou mogen verwachten. Vaak wordt die onevenredig grote omvang van het christelijk onderwijs toegeschreven aan de starheid van verouderde structuren. Het zou een anachronisme zijn, een relict uit vroeger dagen.

Persoonlijk vind ik die uitleg steeds minder geloofwaardig. In een dynamische en beweeglijke samenleving als de Nederlandse blijft niets in stand als er niet een goede reden is het in stand te houden. En dat geldt zeker voor een sector waar mensen zoveel belang aan hechten en die zo in de publieke en politieke belangstelling staat als het onderwijs.

Op zich klopt het wel dat ouders steeds minder kiezen voor een school die aansluit bij de eigen levensovertuiging en in plaats daarvan op zoek zijn naar een school waarvan ze verwachten dat die het beste biedt voor hun kind. Maar daarbij doen christelijke scholen kennelijk precies wat Polinder van hen verwacht: ‘overtuigend en aantrekkelijk zijn voor zowel christenen als niet-christenen’. In christelijk onderwijs ligt een meerwaarde die zowel door christenen als niet-christenen wordt herkend!

Maar wat is dan die meerwaarde? Volgens Polinder ligt die in het ‘onderscheidingsvermogen’. Daarmee bedoelt hij ‘het vermogen te onderscheiden wat we behoren te doen en te zien wat er is. We zeggen dan: ‘dat heb je goed gezien!’. Het is een bepaalde sensitiviteit, inzicht, empathie, beoordeling, verbeelding en waardering. Het betreft de vaardigheid om te onderscheiden tussen relevante en irrelevante informatie, terechte of verkeerde interpretaties. De situatie bezien in al zijn relaties en complexiteit, en deze accuraat en terecht taxeren’.

Ook Polinder realiseert zich daarbij goed dat dit ‘onderscheidingsvermogen’ geen exclusieve eigenschap is van christenen, hoewel ze wellicht door opvoeding, kerk en traditie meer geoefend worden in het ontwikkelen ervan. Maar bij christenen ziet hij – in navolging van zijn belangrijkste referent James Gustafson – wel een specifieke invulling van dat onderscheidingsvermogen. Dat kenmerkt zich door ‘een relatie van toewijding, dienstbaarheid, kennis en vertrouwen. Deze relatie kleurt het zelfverstaan van de mens en daarmee ook zijn perspectief op de werkelijkheid’ aldus Polinder.

Hoewel Simon Polinder zich in zijn onderzoek en lectoraat bezig gaat houden met de christelijke zorg, schetst hij als associate lector Christelijke Professie en passant ook een uitnodigend profiel van een christelijke school in een seculiere samenleving: Een school die leerlingen leert onderscheiden op basis van toewijding, dienstbaarheid, kennis en vertrouwen. Een school waar zowel christenen als niet-christenen in geloven.

De CHE is met Simon Polinder een scherpzinnig lector rijker!


Polinder, S. (2015). Geloofwaardige zorg. De meerwaarde van christelijk onderscheidingsvermogen. Ede: CHE / Leliezorggroep.